Mijn gelezen boeken 2024: klassiekers
Sinds een aantal jaar probeer ik de klassiekers die ik vroeger overgeslagen heb in te halen. Dat doe ik vooral met speculatieve klassiekers, maar heel af en toe ook met een literair werk.
In 2022 ontstond een rel omdat CPNB-directeur Eveline Aendekerk over Het bittere kruid van Marga Minco had gezegd: "Als je niet veel leest en je moet Het bittere kruid gaan lezen, dan worden al je vooroordelen over lezen bevestigd. Dan wordt vrij vakkundig het leesplezier eruit geramd." Later heeft ze daarvoor terecht haar excuses aangeboden. Mijn interesse in dit boek was hiervoor nooit groot geweest, ik had het zelfs niet gelezen voor de lijst toen ik op middelbare school zat, maar hierdoor nam ik me voor om het te lezen en te bekijken of wat Aendekerk zei klopte. Mijn oordeel: waarschijnlijk had ik het als middelbare scholier absoluut niet gepruimd, maar als ervaren lezer sloeg het in als een bom. Wát een goed boek! De onderkoelde, soms bijna afstandelijke stijl maakt dat de vreselijke gebeurtenissen tijdens de Tweede Wereldoorlog extra heftig binnenkomen. Maar dan moeten die beschrijvingen wel landen in een lezend brein waar al veel meer informatie, connecties en emotionele bagage liggen opgeslagen. De meeste pubers zullen daar nog niet aan toe zijn en op die leeservaring zal Aendekerk gedoeld hebben. Maar voor de ervaren lezer is het een mokerslag, een absoluut geweldig boek.
Speculatieve klassiekers
Ik heb dit jaar veertien speculatieve klassiekers gelezen. Dat is een mooie aanvulling op mijn doorgroeiende lijst (waar ik al eerder over schreef: Speculatieve klassiekers). Sommige vond ik niet zo indrukwekkend (o.a. The Call of Cthulhu, Het zwaard van Welleran, Metamorfose, Starship Troopers, I Am Legend), al geven ze wel veel context. Andere vond ik interessant (o.a. Frankenstein, De hel, Flatland, Het proces) en een aantal vond ik ronduit geweldig. Die laatste paar bespreek ik hieronder.
Dit jaar heb ik zowel Parable of the Sower als Parable of the Talents van Octavia E. Butler gelezen, wel met een flink tijdje er tussen, want het zijn heftige, pijnlijke en indringende boeken in het apocalyptische subgenre. Hoewel ze zijn geschreven in respectievelijk 1993 en 1998 lijken de twee parabels een extrapolatie op onze huidige situatie, zelfs compleet met een president die verkozen wordt op een platform van 'Make America Great Again'... Butler had nog een derde boek in de reeks willen schrijven (Parable of the Trickster) en het idee daarvoor was zelfs oorspronkelijk de aanleiding voor deze boekenserie (waardoor Sower en Talents feitelijk prequels zijn op een boek dat nooit geschreven is - fascinerend).
Het verhaal speelt aan de westkust van de VS waar klimaatverandering, rassenpolitiek, een gapende kloof tussen arm en rijk, en ongebreideld wapenbezit en geweld één voor één alle zekerheden van hoofdpersoon Olamina wegslaat (haar vader, haar ommuurde wijkje, haar veiligheid). Dat heeft een wanhopige en massale exodus naar het Noorden tot gevolg, terwijl niemand echt weet of het daar beter is (waarschijnlijk niet). Ze houdt zich overeind aan haar zelfbedachte religie: Earthseed, dat uitgaat van het koloniseren van de ruimte, om de menselijke ondergang te voorkomen. Dat wordt een steeds onmogelijker-utopischer beeld, al krijgt ze meer en meer volgelingen.
Absoluut geen vrolijk boek, maar vol met inzichten, gedachte-experimenten, extrapolaties en geschreven in superstrak proza. Een absolute mustread voor liefhebbers van het speculatieve én het literaire genre.
In het kader van diverser lezen én het ontdekken van klassiekers heb ik dit boek van de Russische broers Arkady en Boris Strugatsky opgepakt. Het is geschreven tijdens de Sovjettijd, maar het leest als een moderne speculatieve thriller in noir stijl. De premisse is geweldig: aliens zijn op zes plekken op aarde geland, zijn een tijdje gebleven, maar toen zijn ze - zonder ooit contact te maken met de mensheid - weer vertrokken. In de zes Zones hebben ze allerlei rotzooi en onbegrijpelijke technologie achtergelaten, die door wetenschappers, maar ook door 'stalkers' (een soort jutters) verzameld en onderzocht worden. Een van de theorieën over de aliens is dat ze een Picnic by the Roadside (een andere vertaling van de Russische titel) hebben gehouden en de mensen helemaal niet opgemerkt hebben. Wij zijn de muizen, kraaien en vossen die naar de rotzooi komen kijken die achtergelaten is ... of misschien wel mieren.
Dit boek past heel goed in een subgenre van de sciencefiction: Mysterious Zones. Twee andere voorbeelden van dat subgenre zijn In the Drift van Michael Swanwick (nucleaire besmetting) en natuurlijk de Southern Reach-boeken van Jeff VanderMeer (alien Zone?), maar er zijn er natuurlijk veel meer. Roadside Picnick is een actierijk en enorm fantasievol boek, dat deels gaat over vrijheid, maar dat door het label van SF uit het zicht van de Sovjetcensuur bleef. In dat genre moest je het kennelijk wel heel bont maken qua maatschappijkritiek om aangepakt te worden (zoals Wij van Jevgeni Zamjatin bijvoorbeeld).
Mijn favoriete boek dat ik in 2024 heb gelezen: een bizar, vernuftig, rijk geschakeerd, fantasievol én alledaags verhaal over het verwerken van trauma (van de schrijver, die af en toe als personage in het boek langskomt of de lezer toespreekt).
Het eerste hoofdstuk gaat over Kurt Vonnegut zelf, die maar niet zijn 'Dresden-boek' geschreven krijgt. Het moet gaan over zijn ervaring als krijgsgevangene in de Tweede Wereldoorlog, waar hij als een van de zeer weinigen het geallieerde bombardement op Dresden overleefde. Maar het lukt hem niet een vorm te vinden, tot hij in hoofdstuk twee gaat schrijven over Billy Pilgrim, die losgeslagen is in de tijd en voortdurend door zijn eigen leven naar voren en achter springt ...
Het is een vreemde, vervreemdende, genrevermengende vertelling over echt gebeurde traumatische ervaringen tijdens de Tweede Wereldoorlog, uit volgorde verteld aan de hand van de tijdsprongen die hoofdpersoon Billy Pilgrim gedurende zijn hele leven maakt. Het is geen gewoon tijdreizen, want het gebeurt allemaal in Billy's hoofd (nog even afgezien van zijn ontvoering door buitenaardsen), en het is niet te sturen (behalve door de auteur natuurlijk). Vonneguts verhaal ontspint zich buiten hemzelf en buiten een logische chronologie. Dat werkt bijzonder goed, zeker in combinatie met bedrieglijk eenvoudig taalgebruik, regelmatige citaten uit al dan niet bestaande boeken, en zeer regelmatige herhaling van één kort zinnetje. Briljant boek! Het was de favoriet van Renate Dorrestein die het elk jaar herlas en er steeds weer een nieuw boek in ontdekte... Ik denk dat ik het ook zeker nog een keer ga lezen (en dat doe ik bijna nooit).
Andere favorieten waren: De meester en Margarita van Michail Boelgakov (ook een boek uit de Sovjettijd over de duivel die Moskou onveilig maakt in de jaren 30 van de vorige eeuw), Termush van Sven Holm (postapocalyptisch verhaal over geprivilegieerde mensen die betaald hebben om tijdens en na een nucleaire holocaust beschermd en verzorgd te worden in het hotel van de titel), en Animal Farm van George Orwell (de beroemde fabel over het communisme, dat leest als een voorstudie op het nog heftiger 1984).
Ken je klassiekers
Zoals ik al eerder schreef: door het lezen van meer klassiekers, vooral ook in andere (sub)genres, gingen allerlei bewegingen in de (speculatieve) literatuur me opvallen, waardoor het veel duidelijker wordt welke ontwikkelingen er gaande zijn.
Onderwerpen als dekolonisatie van de SF, gender en identiteit, opvattingen over wat goed en fout is, acceptabel of juist niet en hoe die ideeën verschuiven en op en neer gaan in de loop der tijd komen veel meer in focus als je je klassiekers kent.
Meer boeken!
Maar ik las natuurlijk veel meer dan alleen klassiekers. Daarom volgen de aankomende dagen nog twee artikelen, één over speculatieve novelles (ik las er dit jaar vijftien) en één over speculatieve romans en het verschil tussen High- en PolderSF (ja, het subgenre dat ik onlangs gecoind heb ;-). En intussen heb ik nog zo'n vijf boeken uit te lezen dit jaar ...