Hoe schrijf je actiescènes?
Fragment Actie schrijven
Welke schrijfstijl je ook hanteert door je verhaal heen, als de actie losbarst is het goed om daarop te variëren. Dat geldt zeker voor een bloemrijke stijl met veel bijzinnen, overdenkingen en uitgebreide beschrijvingen, maar ook als je bondig en kaal schrijft, is het interessant om bij actie net een andere toon te pakken. Het gaat er om de lezer mee te nemen in de heftigheid van de actie, hem of haar bij de keel te grijpen en te laten voelen hoe spannend, bedreigend, verwarrend en/of bruut het is wat er gebeurt.
Tempo verhogen
Door het tempo van de gebeurtenissen te verhogen geef je extra impact aan actie. Probeer je personage(s) hun adrenaline te laten voelen: ze reageren vlugger, denken sneller na, praten vlotter.
Hierbij is het van belang om het tempo zo te verhogen dat het past bij de situatie en het personage. Als er een onverhoedse aanval uitgevoerd wordt en je personage is verrast, kun je dat anders beschrijven dan wanneer hij of zij zich al een tijdje aan het voorbereiden was en nu het strijdperk in stapt. In het eerste voorbeeld is de kans aanwezig dat je hoofdpersoon in paniek raakt, misschien komen er alleen nog maar losse woorden op, of extreem korte zinnen. In het tweede voorbeeld kun je het tempo rustiger verhogen. Denk bijvoorbeeld aan zijn of haar ademhaling: steeds iets sneller, maar gecontroleerd en zo snel als nodig is, niet meer.
Kortere zinnen
Een van de meest geijkte methoden om het tempo te verhogen is door kortere zinnen te gebruiken. Of in elk geval zinnen van normale lengte af te wisselen met korte. Dat geeft meer urgentie aan de tekst. In een actiescène kun je soms zelfs losse woorden of een countdown gebruiken om de snelheid en heftigheid van wat er gebeurt aan te geven.
Losse woorden kunnen bijvoorbeeld gedachten overbrengen, of gevoel, zoals “Daar! Springen! Wegwezen! Nu!” of “Auw! Rotzak! Razend! Nee!”.
Een countdown werkt zo: “De demonenridder moest nog vier passen voor hij mijn struikeldraad zou raken. Drie. Hij glimlachte, terwijl hij zijn zwaard trok. Twee. Ik stak mijn handen omhoog. Zou hij geloven dat ik bang was? Eén…”
Maar het kan natuurlijk ook gewoon met tijd: een bom die bijna afgaat, de tijd tot de volgende toverspreuk beschikbaar is, of hoeveel tijd er verlopen is sinds de zes-seconden-dood-straal afgevuurd is.
Het effect dat je wilt bereiken is dat de spanning oploopt, de ogen van de lezer sneller over de pagina schieten en dat het voelt alsof hij of zij bij de actie is, of zelfs een van de vechters is.
Eenvoudiger taal en verwijswoorden
Tijdens een actiescène is het over het algemeen ook niet opportuun om moeilijke(r) woorden te gebruiken. Liever ‘handig’ dan ‘opportuun’ dus.
Als je een technische term wilt gebruiken of een concept moet tot uiting komen in het gevecht, zorg er dan voor dat je dat eerder in het verhaal hebt uitgelegd, of dat het uit de context blijkt. Als je midden in je ruimtegevecht moet uitleggen wat een lagrangepunt is (een lagrangepunt (vernoemd naar de Italiaanse wiskundige en astronoom Joseph-Louis Lagrange) is een specifieke vorm van baanresonantie. In een lagrangepunt kan een klein object zoals een ruimtestation een vaste relatieve positie behouden ten opzichte van twee hemellichamen die rond een gezamenlijk zwaartepunt draaien. Deze positie is, afhankelijk van het geval, min of meer stabiel – Wikipedia), valt de spectaculaire actie waarin jouw ruimteschipkapitein gebruik maakt van dat punt een beetje weg. Zorg er dus voor dat je eerder je lezer – zonder zo opzichtig uit te leggen dat men al weet wat er gaat komen – een idee hebt gegeven van wat de mogelijkheden zijn, zodat een verwijswoord, of korte zin, de lezers bij de les krijgt en ze precies snappen wat je kapitein aan het uitspoken is.
Laat elk woord impact hebben
Als schrijver is het altijd jouw taak om de juiste woorden te kiezen. Maar in actie geldt dat nog meer, omdat het tempo hoger ligt en je daardoor simpelweg minder woorden tot je beschikking hebt. Gebruik heftiger, actievere woorden, zodat je niet hoeft te omschrijven. Schrijf “greep” in plaats van “pakte” bijvoorbeeld, “beukte” in plaats van “sloeg”, of “smakte” in plaats van “viel”.
Schrijfoefening
Er zijn dus verschillende manieren om je actiescène spannender en heftiger uit te werken. In de complete cursus 'Actie in fantasy en sciencefiction' geef ik nog veel meer speciale manieren om het beschrijven van actie aan te pakken. Maar met deze voorbeelden kun je ook al heel goed oefenen en experimenteren.
Neem een actiescènes die je eerder hebt geschreven (of schrijf een nieuwe, zonder al veel na te denken over de tips hierboven) en lees die nog een keer. Vervolgens herschrijf je die scène met één of meerdere van de methoden die ik genoemd heb. Dit kun je vaker doen, met dezelfde scène.
Als je een paar verschillende versies hebt, kun je die aan een lezer voorleggen en vragen welke het beste werkt.
Schrijfcursus
'Actie in fantasy en sciencefiction', met als ondertitel 'Spannend, overtuigend en levensecht', is een uitgebreide handleiding voor auteurs die graag meer willen met hun actiescènes: meer realisme, meer emotie en personageontwikkeling, meer wereldbouw en het uitbouwen van de plot. De cursus telt zo'n 43.000 woorden, dus zoveel als een korte roman, en bestaat uit vijf delen:
- Achtergronden van actieschrijven
- Krijgskunsten en wapens
- Geweld
- Schrijftips
- Research en ervaring opdoen
Elk deel bestaat uit verschillende lessen en oefeningen en als je de hele cursus doorloopt en alle opdrachten maakt, heb je behalve een heleboel nieuwe schrijfervaring ook je eigen krijgskunst bedacht en wellicht ook nieuwe wapens, technieken, personages en wie weet zelfs een nieuw verhaal of boek!
Dit is het tweede artikel in het kader van deze cursus (de eerste was Actie in fantasy). Over een tijdje zal ik de gehele cursus aanbieden via deze website. Als je vragen hebt, advies wilt of je interesse voor deze cursus wilt uitspreken, mail me dan.